Goedemorgen,
Het WSEF gaat in Actie op de Damse Vaart … (bron Wikipedia)
De Damse Vaart is een kanaal in het noorden van de Belgische provincie West-Vlaanderen. Ze is ongeveer 15 km lang. Het kanaal verbindt de provinciehoofdstad Brugge met het Nederlandse grensstadje Sluis. Het kanaal werd gegraven op bevel van Napoleon (1810), vandaar ook de naam Napoleonvaart.
Het kanaal moest Brugge met de Westerschelde verbinden. Het zou deel uitmaken van een netwerk van kanalen achter de kust, zodat een snelle bevoorrading van de Franse soldaten mogelijk zou zijn, zonder confrontatie met de Engelse marine op zee. Na de nederlaag van Napoleon werd het kanaal echter niet verder afgewerkt.
Het stuk tussen Hoeke en Sluis werd pas in 1856 gegraven. Het kanaal werd dwars door het stadscentrum van Damme getrokken, waardoor een deel van het stadje diende afgebroken te worden, zoals de Korenmarkt en verscheidene herenhuizen. De drie waterlopen die in het centrum samenkwamen, namelijk de Lieve, Reie en Zwin, werden net als de havenkom opgevuld met het zand van de uitgravingen.
Tussen Damme en Oostkerke kruisen het Leopoldkanaal en het Schipdonkkanaal, die halverwege de 19de eeuw werden gegraven, de Damse Vaart. Omdat het peil van deze kanalen op een ander niveau lag, werden onderleiders gebouwd, zodat beide kanalen onder de Damse Vaart heen doken.
De Damse Vaart werd gebruikt voor scheepvaart, vooral voor de bevoorrading van de dorpen, en vervoer tussen Brugge en Sluis. De scheepvaart duurde tot de sifons in 1940 door Franse genietroepen werden opgeblazen, en na de oorlog niet meer hersteld werden. Later kreeg de Vaart vooral een recreatieve bestemming en werd één van de provinciale domeinen van West-Vlaanderen.
Kobus
Sinds 1993 ligt er een voetveertje over de Damse Vaart halverwege tussen Sluis en Hoeke, ter hoogte van fort Sint-Donaas.
Dit kan door de passagiers zelf worden bediend door middel van een windas en het vormt een schakel in diverse fietsroutes en GR-paden. Het bootje heet Kobus, naar de patroonheiligen van de nabijgelegen plaatsen Lapscheure (Sint-Cornelius) en Hoeke (Sint-Jacobus).